Leef

Uitstappen uit de cult

Uitstapproces tijdens cultdagen Voordat ik in therapie ging, ging ik gewoon naar de cultbijeenkomsten. Ik leidde een dubbel leven, waarbij ik overdag een hardwerkende vrouw was die gewoon naar haar werk ging, kinderen opvoedde, het huis schoonmaakte, vriendschappen had en ook Bijbelstudies volgde en naar de kerk ging.

Uit het leven

In sommige nachten ging ik naar satanische bijeenkomsten waarbij ik satan vereerde, offers pleegde en zelf ook verkracht en gemarteld werd.


Ik leidde twee levens. Met het ene been in het gewone leven en met het andere in de cult. Mogelijk gemaakt door mijn DIS en door de trainingsmartelingen (door ‘superconditionering’ via o.a. electroshocks), die de persoonsdelen na splitsing hebben ondergaan in de cult, gedwongen om zo dit dubbelleven te blijven leven en te blijven gehoorzamen.


Ik had wel vaak angst zodra het avond werd. Zeker met dagen als halloween en kerst en pasen. Ik voelde een geestelijke druk en spanning, maar als naamdragersdeel gaf ik er weinig aandacht aan omdat ik er toch niets mee kon. Ik had destijds geen flauw idee van wat er tijdens de tijd die ik volledig miste (uren, soms dagen) was gebeurd.


Ondertussen weet ik door traumaverwerking steeds meer over andere persoonsdelen en is het steeds minder ‘zij’ en steeds meer ‘ik’.


In de loop van mijn volwassen leven begon het steeds meer te knagen bij persoonsdelen die naar de cult gingen. Wanneer één van die persoonsdelen zich voorbereidde voor de cultnacht, dan voelde dat persoonsdeel zich onzeker, wiebelig en angstig. Het persoonsdeel wilde soms eigenlijk niet gaan, maar die mogelijkheid had ze niet. De persoonsdelen wisten dat wanneer wij niet zou gaan, de cult ons zou komen halen en het leven geen dag meer zeker was. We moesten wel, we konden niet anders. In de therapie probeerden we opgelopen trauma’s te verwerken die bovenkwamen en probeerden we moed te vinden om door te gaan met leven. Niet op te geven. Langzaam kregen we hoop. We konden onze angsten, herinneringen aan de martelingen en het verlangen naar pijn echter nog niet volledig kwijt en voor alle overload aan gevoelens hadden we juist de cult ‘nodig’. Het is een gigantisch proces om het vertrouwen te gaan voelen in therapie en bij mensen om je heen, maar ook het aangaan van alle trauma’s, deze te vertellen, te voelen en dus te verwerken is een loodzware klus. Er is zo ontzettend veel om te verwerken, niet alles kan er dus direct uit en verwerkt worden (dit vergt een langdurig proces) en verwerking haalt juist ook extreme gevoelens van angst, machteloosheid, schaamte, schuld, walging en meer, in alle intensiteit naar boven.


Zonder nieuwe trauma’s, extreme lichamelijke pijn, drugs en horror gingen we teveel voelen en konden we het leven niet aan. We hadden deze ongezonde zaken van hen nodig. We waren eraan verslaafd. Dit naast het feit dat we ervan overtuigd waren dat wij dood zouden gaan, of één van onze kinderen (sommigen opgroeiend bij mij, anderen gevangen in de cult), of anderen met wie we een band hadden, wanneer we niet zouden komen.


Naarmate steeds meer mensen wisten dat ik uit de cult kwam en dat ik soms nog steeds ging, begon ik me steeds meer te schamen. Maar ik zag ook dat ondanks dat mensen wisten wat ik soms deed en dat ze begrepen dat ik soms niet anders kon, dat ze niet wegliepen. Ze waren er, bleven er en hielpen me steeds weer overeind. Ze lieten me de genade van Jeshua zien en dat Zijn Liefde stand bleef houden wat ik ook koos of deed.


Uiteraard was er wel een soort oerkracht in mezelf om eruit te willen komen en ermee te stoppen, wat anderen ook weer zagen. Maar ik gleed ook steeds weer opnieuw af. De beker van angst was meer gevuld dan de beker van vertrouwen en liefde.


Hoe meer persoonsdelen hun trauma’s hadden gedeeld, hoe moeilijker het in mijn hoofd werd om nog te gaan en hoe meer ik verlangde naar hulp, naar een uitweg. Maar hoe moeilijk is het om hulp te vragen wanneer de angst en schaamte zo groot is en je eigenlijk ontzettend knel zit. In een spagaat. Wanneer je je schaamt voor gevoelens die een ander misschien niet eens kan begrijpen, want hoe kan iemand nou verlangen naar verkrachtingen door demonen en het doen van offers?


De eerste keer dat ik moest gaan, maar niet kon, omdat mijn partner me letterlijk tegenhield om de deur uit te gaan was de angst zo intens groot. Ik moest en zou gaan want ze zouden me komen halen en vermoorden. Maar ik werd tegengehouden en kon echt niet weg. Alle martelherinneringen die bij het niet gehoorzamen hoorden kwamen voorbij en ik vond het moeilijk de realiteit van het leven van nu en mijn herinneringen uit elkaar te houden.


De volgende dag was ik in een soort trance. Ik was in crisis. Ik kon niet meer nadenken wat nu, ik had de ergste zonde begaan die ik maar kon begaan. En dat was niet gaan. Ik zou de straf van de afvalligen krijgen: naakt doodgeslagen worden voorin de ‘cultgemeente’.


Maar in de dagen en weken erop gebeurde er niets, behalve dat de cultleden me achtervolgden, me mails stuurden en belden, maar ze kwamen me niet halen en de mensen om me heen die me probeerden te helpen bleven ook dezelfde, werden niet boos op me en liepen niet weg.


Keer op keer heb ik de cultnachten als heftig beleefd. Mijn strijd in mijn hoofd dat ik moest gaan maar dat het niet goed is om te gaan was immens, maar hoe vaker het lukte niet te gaan, hoe groter de overtuiging in mij dat ik echt niet wilde gaan en daar hulp bij wilde. Ik begon steeds meer te zien hoe afgrijselijk slecht de cult is en wat ze voor vreselijke daden doen in de cult.


De afgelopen jaren, sinds ik niet meer naar de ‘feesten’ ga in de cult wordt elk jaar de angst en de drang om te gaan kleiner. Mijn beker van vertrouwen en liefde werd meer gevuld dan de beker van angst. Vorig jaar heb ik voor het laatst de drang gevoeld om te moeten gaan. Nu, dit jaar, is er het verdriet voor wat anderen daar overkomt met alle beelden en gevoelens erbij, maar vanbinnen ben ik zo overtuigd dat ik daar niet meer hoor. Wat een wonder, dat had ik zelf nooit kunnen bedenken dat dat mogelijk zou zijn.


Ik hoop dat dit andere overlevers mag bemoedigen dat ook al lijkt het zo hopeloos en uitzichtloos en heb je de overtuiging dat de cult altijd sterker zal zijn en altijd zal winnen: het is niet waar!!! Dat je dat gelooft is zo logisch en je hebt genoeg bewijs gehad om het te geloven. Daarin heb je gelijk, maar ook zij hebben grenzen. Wanneer Jeshua’s licht doorbreekt en je boeien losmaakt, kan satan niets meer!


Voor overlevers/slachtoffers: Ik wens iedereen een halloweenweek toe waarin Jeshua’s kracht en macht aanwezig zal zijn, zal heersen en zijn grootheid zal laten zien. Een nacht waarin de duisternis niet zal heersen, maar het volk van God opstaat als een Gideonsbende. Waar God is moet de duisternis wijken!


Ik wens iedereen de rust en de vrede toe van Jeshua. Zijn goddelijke bescherming in elke situatie, al is het midden in de duisternis! Hij heeft mij gered, uit de diepste duisternis, dat kan Hij ook bij jou! Hij heeft mij meerdere malen gered van de dood, midden in die duisternis, maar ik leef!


Voor alle mensen om overlevers heen: de eenzaamheid is heel erg groot tijdens cultnachten. Naast het onmenselijke gevecht tegen de krachten en machten van de duisternis en de trekkracht naar vrijheid in Jeshua is er ook nog het feit dat wanneer je dan kiest om niet te gaan, de meeste mensen om een overlever heen in zo’n nacht gewoon gaan slapen. Je bent als overlever een onmenselijk gevecht aan het voeren die in de uren die komen groter en sterker worden en die battle is niet te winnen zonder mensen om je heen. Blijf wakker, bidt samen en voor de ander. Laat weten dat je weet dat ze de grootste oorlog van hun leven voeren en stel vragen.


Laten we als een Gideonsbende om deze mensen heen staan, zodat zij niet meer alleen staan en de glorie van God alleen maar groter wordt!

nl_NLDutch

De wereld van overlevers was totaal onbekend voor mij. Ik heb veel respect voor hun moed en doorzettingsvermogen als ik iets van hun bizarre ervaringen hoor. Wat kwetsbaar en bijzonder dat ze dat persoonlijk met mij willen delen! Ik vind het echt fijn dat we ons huis kunnen openstellen voor ontmoetingen.

Onvoorwaardelijk er zijn is de sleutel

Ik ben in mijn hart geraakt door het onrecht wat zo velen wordt aangedaan; ik wil gaan staan voor de waarheid en dat Gods gerechtigheid zal zegevieren.

Overlevers van SRM hebben nodig wat elk mens nodig heeft: oprechte liefde, een hart dat luistert zonder veroordeling en blijvende verbinding. Ook de diepst gelegen delen, die moesten moorden en verkrachten, durven dan te spreken. Hoeveel slachtoffers zullen loskomen uit hun levenslange slavernij als zij 10 van zulke vrienden krijgen?

Het is een voorrecht om voor overlevers, regelmatig en op belangrijke momenten, te bidden. En ook voor familie van hen als die nog in de cult zit. Dat is mijn bijdrage aan hun bevrijding en ik ervaar dat ik op deze manier Gods licht mag helpen laten schijnen op hun levens. Als christen neem ik zo mijn plaats in in Gods Koninkrijk en in de hemelse gewesten.

Wat een nieuwe, duistere wereld is er in 2020 voor me open gegaan. Te bizar om waar te zijn, totdat ik kritisch en open ging luisteren en lezen. Ik vind het inmiddels een voorrecht om therapeuten en overlevers te mogen ondersteunen, zodat het Licht van Jezus de diepe duisternis overwint.

Ik geef mijn handen om te helpen en mijn hart om lief te hebben.

Het is een voorrecht om een overlever mee mogen te maken. Maar het is een nog groter voorrecht om je bescheiden steentje te mogen bijdragen om de overlever te mogen ondersteunen om werkelijk te gaan leven.

Niemand kan het allemaal alleen.... daarom wil ik graag iets betekenen voor een ander. Mijn naam Tikva betekent HOOP ... en hoop is er voor iedereen!